EIP oproep 2020

Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij deed in het kader van het Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling een oproep voor het indienen van projectvoorstellen van operationele groepen.

In totaal werden vierentwintig operationele groepen in verschillende sectoren geselecteerd.

Operationele groepen oproep 2020

Economische relance om de gevolgen van de coronacrisis te milderen

Circulaire economie

Andere thema's

Melkveehouderij

Varkenshouderij

Akkerbouw

Fruitteelt

Land- en Tuinbouw

Economische relance om de gevolgen van de coronacrisis te milderen

Overzicht

Verhogen van de weerbaarheid van sierteeltbedrijven door verruiming van de afzetperiode en consumentgerichte productie

Korte samenvatting

Door de coronacrisis zijn enkele belangrijke pijnpunten binnen de sierteeltsector duidelijk naar voor gekomen. Perkplantenbedrijven (violen, Pelargonium, …) realiseren tijdens een korte periode in het jaar het leeuwendeel van hun omzet. Door de korte verkoopperiode zijn deze bedrijven uiterst gevoelig voor externe factoren die een invloed hebben op hun afzet (bijvoorbeeld koude weersomstandigheden in het voorjaar, de recente lockdown, …).

De projectuitvoerders willen de weerbaarheid van perkplantenbedrijven sterk verhogen door op zoek te gaan naar andere teelten die in Vlaanderen nog niet of in beperkte mate geteeld worden, waar voldoende vraag naar is en die combineerbaar zijn met hun huidige productie (en dus een afzet hebben buiten het huidige perkplantenseizoen). Om de slaagkansen van deze teelten verder te verhogen, gaan ze op zoek naar de beste marketingstrategieën waarbij de consument centraal staat. Het ‘Design Thinking proces’ zet een teelt in vijf stappen om naar een nieuw en succesvol prototypeproduct. Perkplantenbedrijven kunnen vervolgens deze prototypes omzetten naar effectieve producten. De brede verspreiding van de projectresultaten in de volledige sierteeltsector moet de sierteeltbedrijven aanmoedigen ‘out of the box’ te denken en hen op weg helpen meer consumentgericht te produceren.

De deelnemende perkplantenbedrijven verwachten een betere spreiding van de afzetperiode en een verhoogde rentabiliteit om zo hun economische duurzaamheid te verhogen.

Duurtijd en partners

1 januari 2021  - 31 december 2022

  • 5 sierteeltbedrijven: De Muizelaar, Impaflor, Wim Perneel, Opplant bv, Dataflor
  • Proefcentrum voor Sierteelt
  • Innovatiesteunpunt
  • Algemeen verbond van de Belgische siertelers (AVBS)
  • Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM)
Meer info?

Dieter.blancquaert@pcsierteelt.be

Operationele groep “Boeren en Burgers”

Korte samenvatting

De enthousiaste reactie van de burgers op de hulpvraag tijdens de volle coronacrisis toont aan dat burgers steeds meer betrokken zijn bij het voedselsysteem en dat ze zich bewust zijn  van de rol die de landbouw daarin speelt. Helaas bleken er heel wat barrières te zijn voor het grote potentieel aan ondersteuning en samenwerking. Het is nodig om  een meer duurzame relatie tussen landbouw en burgers op lokaal niveau te bestendigen.

Dit project betrekt een groep landbouwers die open staat voor nieuwe vormen van samenwerking. Het verkent vanuit concrete maar opschaalbare noden de voorwaarden om meer lokale burgers – bezoldigd en onbezoldigd – te betrekken bij hun landbouwactiviteiten. Het doel is om een reeks barrières voor burgerparticipatie om te buigen naar drijfveren voor innovatieve samenwerkingsverbanden tussen burger en boer. Dit zal gebeuren door in te zetten op twee sporen. Enerzijds zal via een collectief en open onderzoek een reeks concrete juridische, beleidsmatige en bedrijfsspecifieke aanbevelingen worden uitgewerkt rond de drijfveren achter succesvolle samenwerking tussen burger en boer. Samen met landbouwers en juridische experten wordt het vrijwilligers- en arbeidsstatuut onder de loep genomen. Enkele beleidsstrategieën worden uitgewerkt waarin lokale arbeid wordt gezien als een investering. Daarbij wordt een arbeidsmarktprogramma voor de lokale of regionale landbouw uitgewerkt die verder bouwt op bestaande platformen zoals ‘Help de oogst’ of ‘Helpende handen’. Anderzijds zal de operationele groep een aantal innovatieve samenwerkingsverbanden tussen landbouwers en lokale burgers uitrollen en begeleiden waaruit nieuwe verdienmodellen kunnen ontstaan. Hiervoor organiseert het burger-boer ontmoetingen en lanceert het een oproep voor het opzetten van een aantal concrete samenwerkingen tussen burger en boer.

Dit project zal landbouwers in de toekomst veerkrachtiger maken door  hun lokaal netwerk en hun sociaal en financieel kapitaal te versterken.

Duurtijd en partners

1 maart 2021  - 31 december 2022

  • 5 landbouwbedrijven: De Wassende Maan, Bram Bombeek, Wim Moyaert, ROOFFOOD en t’ Ambrozijn
  • ILVO Eigen Vermogen
  • Voedselteams Vzw
  • Steunpunt Korte Keten
  • Ferm Agravrouwen
  • VDAB
Meer info?

maarten.crivits@ilvo.vlaanderen.be  en Olivier.guiot@ilvo.vlaanderen.be 

Melkveehouders willen beredeneerd en sneller operationeel schakelen

Korte samenvatting

De rendabiliteit van een gemiddeld melkveebedrijf ligt in het derde kwartaal van 2020 onder het gemiddelde van de laatste vijf jaar. Het is duidelijk dat een steeds grotere groep melkveebedrijven het moeilijk heeft om financieel rond te komen. Deze operationele groep van melkveehouders wenst hun economische weerbaarheid te verbeteren en de resultaten van hun eigen bevindingen uit te dragen naar de hele melkveesector. Deze melkveehouders zijn goed geïnformeerd als het over hun eigen bedrijfscijfers gaat. Toch missen ze kennis om operationele kortetermijnbeslissingen te nemen. Afhankelijk van de uitdagingen en beperkingen waarmee ze dagelijks geconfronteerd worden (bv. ruwvoedertekort, arbeid, mest,…), nemen ze nu al te vaak een beslissing op basis van gewoonte in plaats van op basis van gefundeerde cijfers.

Deze operationele groep zal een gebruiksvriendelijke web-gebaseerde rekentool ontwikkelen.  Die tool moet individuele melkveehouders in staat stellen tussentijdse berekeningen te maken op de voor de sector belangrijkste key-parameters. Zo kunnen ze sneller en beredeneerder schakelen bij operationele beslissingen. De operationele keuzes die ze maken, zijn immers zeer bepalend voor de uiteindelijke rendabiliteit van hun bedrijf. Deze tool is de missing link tussen alle andere tools of boekhoudpakketten die al bestaan.

Duurtijd en partners

1 maart 2021  - 28 februari 2022

  • 7 melkveebedrijven: Pieter D’Hooghe, Mathieu Steensels, Bart Hermans, Peter Dequeecker, Pieter Dezeure, Carine Van Hecke-Cornu, Kurt & Raf Smets
  • Innovatiesteunpunt voor Landbouw en Platteland
  • Boerenbond
  • ILVO
  • Rundveeloket - ILVO
Meer info?

Patrick.meulemeester@innovatiesteunpunt.be

Nood aan microslachthuizen

Korte samenvatting

Vele kleine, regionale slachthuizen zijn in de afgelopen jaren gesloten waardoor het transport vanaf de boerderij tot aan een slachthuis groter is geworden en langer duurt. De transportafstand en de transportduur zijn belangrijke factoren in het stressgehalte van de dieren in de laatste levensuren. Bovendien zijn de schaalvergroting en de diergebonden specialisatie van de resterende slachthuizen een hinderpaal voor veehouders van hoevevlees. Zo is er in de regio Antwerpen – Vlaams-Brabant – Limburg geen kleinschalig slachthuis. In de afgelopen lockdownperiode werd dit gemis nog versterkt. De voorbije jaren werd de haalbaarheid van een mobiel slachthuis onderzocht. Voor het slachten van pluimvee is dit haalbaar, maar voor grotere landbouwhuisdieren is de rendabiliteit van een mobiele slachteenheid een struikelblok. Bij runderen zijn er vijf tot zes slachtingen per dag nodig opdat een mobiele slachteenheid rendabel zou zijn. Dit aantal lijkt minimaal, maar welke veehouder laat op één dag zoveel dieren slachten? Een oplossing zou zijn om dieren van meerdere veehouders naar een (mobiele) slachtlocatie te voeren. Hierdoor verdwijnt echter het voordeel dat dieren niet moeten worden getransporteerd. Dit bracht de operationele groep samen op het idee om de haalbaarheid van het (her)openen van kleine, regionale slachthuizen te bestuderen waar verschillende grotere diersoorten (schapen, geiten, herten, varkens, runderen en paarden) kunnen worden geslacht. De ultieme betrachting is om samenwerkingsverband(en) op te richten om lokale, kleinschalige slachthuizen uit te baten. Dit moet de transportafstand naar slachthuizen reduceren, het dierenwelzijn optimaliseren en de korte ketenafzet stimuleren.

Duurtijd en partners

1 juli 2021  - 30 juni 2023

  • 7 veehouders: Achiel Tylleman, Toon & Johan Schouteden, Kurt Sannen, Roger Durinck, Guido Steegmans, Marc Bossuyt, André Calus
  • VSH vzw
  • RCC-Belgium bv
  • Bioforum vzw
  • Hogeschool Odisee
  • Federatie van het Belgische Vlees (FEBEV) vzw
  • Boerenbond
Meer info?

andre.calus@telenet.be

Van black-box tot slachthaak: Varkens rationeel voederen door het delen van data

Korte samenvatting

Kunnen wij als varkenshouders meer inzicht krijgen in onze belangrijkste uitgavepost, namelijk het voeder? Het hoofddoel van het project is om handvatten aan te reiken waardoor varkenshouders de waarde van een voeder voor hun bedrijf zo objectief mogelijk kunnen evalueren. Dit moet leiden tot de creatie van economische meerwaarde voor de primaire producent door op de juiste voederkwaliteit in te zetten. Een lagere kwaliteit kan mogelijk de productprijs negatief beïnvloeden terwijl een te hoge kwaliteit de brutomarge negatief beïnvloedt. Dit hoofddoel zal verwezenlijkt worden in drie deeldoelen. Het eerste  is het ontwikkelen van een benchmarking van de voederkostprijs per varken. Het tweede  is erop gericht om meer inzicht te krijgen in het verband tussen voederkosten-voederkwaliteit en slachtkwaliteit door data te delen en gebruiken. Het derde is het ontwikkelen van een vergelijkingstool, waarin verschillende voedervoorstellen zowel technisch, als financieel op een gestandaardiseerde manier vergeleken kunnen worden.

De deelnemende varkenshouders willen meer vat krijgen op de voederkosten om hun kosten te drukken. Dit willen ze enerzijds door de marktconformiteit van de voedervoorstellen te kunnen evalueren. Anderzijds willen ze  voeder met de juiste kwaliteit inzetten die past binnen hun bedrijfsdoel. De operationele groep wil van 15 varkenshouders in het project uitbreiden naar 60 (korte termijn). De resultaten en tools zullen nadien voortgezet worden, om zo het doelpubliek nog eens met een viervoud te doen stijgen naar 240 varkenshouders. Deze voortzetting zou kunnen plaatsvinden binnen de Vlaamse Producenten Organisatie Varkenshouders (VPOV), maar ook binnen een andere instantie. Zo willen de Vlaamse varkenshouders hun concurrentiekracht op de internationale markten blijven behouden.

Duurtijd en partners

1 januari 2021  - 31 december 2022

  • 15 varkenshouders: Jan Arnouts, Carla Beyers, Filip Bonte, Gauthier Debaenst, Bart Goemaere, Davy Hens, Lieven Lafaut, Karl Maes, Stijn Merckx, Tom Mertens, Klaas Messely, Piet Paesmans, Pieter Timmerman, Bart Vergote, Peter Vermeire
  • Vlaamse Producenten Organisatie Varkenshouders (VPOV) cvba
  • UGent
  • ILVO
Meer info?

wim.bastyns@vpov.be

Circulaire economie

Overzicht

Entomoponics

Korte samenvatting

Het project ’Entomoponics’ beantwoordt de nood van glastuinbouwers voor de verwerking van plant- en oogstresten. Het wil ook het gebruik van de beschikbare ruimte onder de kasteelten door de combinatie van vruchtgroenteteelt en insectenkweek in één en dezelfde ruimte onderzoeken.

Meervoudig gebruik van ruimte in een warmgestookte serre kan leiden tot een hoger rendement. Uit verkennende proeven door Inagro blijkt er potentieel te zitten in de combinatie van komkommerteelt en meelwormenkweek, maar verdere optimalisatie is nodig. Meelwormen worden op vandaag gekweekt in kweekbakken in een droge, warme, donkere en geventileerde omgeving. De ruimte onder de teeltgoten voor vruchtgroenten voldoet aan deze eis.

Valorisatie van afvalstromen is een tweede manier om het bedrijfsrendement op te krikken. Meelwormen hebben naast een droog voedersubstraat ook een vochtbron nodig. Hiervoor zouden gewasresten kunnen gebruikt worden als vochtbron. Zeker niet alle gewasresten zijn hiervoor even geschikt, maar komkommerloof en afgekeurde tomaten bewezen hierin al hun potentieel.

De variatie in klimaatomstandigheden en de beschikbaarheid van oogstresten doorheen het jaar- en bijgevolg de afstemming en dimensionering van beide teelten – zorgen nog voor een uitdaging, evenals de arbeidsreductie, creatie van afzetmogelijkheden en indirect het wetgevend kader. Een multi-actorenbenadering moet uitwijzen wat het beste teeltsysteem is en hoe rendabel dergelijke combiteelten kunnen zijn of worden. Dit project brengt hiervoor glastuinbouwers, insectenkwekers, afzetorganisaties, wetgevers en experten van Inagro inzake glastuinbouw en insectenkweek samen.

Duurtijd en partners

1 juli 2021  - 30 juni 2023

  • 6 glastuinbouwbedrijven: Husagro, Neegro, Tomco, Gemapa, Agrokom, Frabel
  • 1 insectenkweker: Pronutrix
  • Inagro
  • Boerenbond
  • Innovatiesteunpunt
  • REO veiling
  • Agentschap Landbouw en Zeevisserij (Evelien Decuypere – voorzitster strategisch platform insectenkweek)
Meer info?

Simon.craeye@inagro.be

SELOVA (serreloof valorisatie)

Korte samenvatting

Op het einde van het teeltseizoen komt er bij serretelers een grote reststroom vrij in de vorm van serreloof. Omdat dit organisch materiaal vaak vervuild is met onder andere clips en touwen kan deze restroom moeilijk verwerkt worden. Hierdoor komt dit loof vaak terecht in verbrandingsovens met een grote ecologische maar ook economische impact als gevolg. Telers zijn bereid om hun ecologische voetafdruk te verkleinen door het loof uit de verbrandingsovens te houden mits hiervoor volwaardige en economisch rendabele oplossingen beschikbaar zijn.

De operationele groep SELOVA zet een eerste stap naar een duurzame oplossing voor de verwerking van serreloof. In eerste instantie worden boerderijcomposteren en toepassingen in de bio-economie onderzocht. Telers zullen hiervoor constructief in dialoog gaan met andere sectoren zodat de noden van die sectoren op elkaar afgestemd kunnen worden. Afhankelijk van de output van de overlegmomenten zullen er kleine tests opgestart worden om de mogelijkheden van bepaalde pistes af te toetsen. Bovendien zal de haalbaarheid van de nieuwe toepassingen vastgelegd worden via een SWOT- en kosten/batenanalyse.

Duurtijd en partners

1 mei 2021  - 30 april 2023

  • 4 glastuinbouwbedrijven: GEMAPA, Lentsche Heyde, Hermans Tomana, Barver
  • Proefcentrum Hoogstraten (PCH)
  • Innovatiesteunpunt voor Landbouw  & Platteland
  • Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW) vzw
  • Vlaco
Meer info?

jolien.leenaerts@proefcentrum.be

Grass2Algae

Korte samenvatting

De operationele groep (OG) Grass2Algae beoordeelt in welke mate grassappen bruikbaar zijn als voeding voor de kweek van microalgen. Zo wil de groep  via circulaire economie het inkomen op Vlaamse landbouwbedrijven verbreden. De boeren beschikken over grote hoeveelheden overtollig gras afkomstig van gemaaide akkerranden en gemaaid gras met een te lage voederwaarde voor het vee. De groep berekent of de biomassa van deze grasresten winstgevend kan benut worden zodat de waarde niet verloren gaat.

Grassappen maken 40 tot 60 percent van het maaisel uit. Onderzoeksresultaten tonen aan dat dit sap bruikbaar is voor de algenkweek. Zo kunnen de landbouwers zelf microalgen kweken om gedeeltelijk  als veevoeder te gebruiken of om de sappen ervan te leveren als organisch groeimedium bij bio-algenkwekers. De OG zal de economische haalbaarheid van de voorgestelde waardeketen evalueren met de grasverwerkingsgegevens die het Grassification-project verzamelt (Interreg 2 Seas - Lead Partner: Universiteit Gent) en met de data van microalgenkweek die het verzamelt. Daarbij zal de OG rekening houden met de beschikbare hoeveelheden gras op de drie partnerboerderijen. Met de cijfers van het bovengenoemde Grassification-project zal de OG beoordelen hoe verschillende mogelijkheden om de vezelfractie toe te passen, de economische haalbaarheid van het verwerkingsproces kunnen verbeteren. Te denken valt dan aan composteren of verkopen aan gespecialiseerde bedrijven. De OG zal zo innovatie stimuleren door boeren de kans te geven een inkomen te halen uit resten van hun bedrijf en zorgen voor een circulaire economie op hun boerderijen.

Duurtijd en partners

1 januari 2021  - 31 december 2021

  • 3 veehouders: Kris Heirbaut, Koen Apers, Leo De Grave
  • Universiteit Gent
  • AnKo Projects
  • Thomas More Kempen vzw
  • United experts
Meer info?

lba@unitedexperts.be

Regeneratief begrazen in Vlaanderen

Korte samenvatting

De voorbije zomers maakten duidelijk hoe beperkt het waterbergend vermogen is van de bodem onder gras- en akkerland in Vlaanderen. Het humusgehalte in de gemiddelde Vlaamse landbouwbodem is zeer laag, wat in droogteperiodes leidt tot een bedroevend lage drogestofopbrengst. Dit maakt de landbouwer zeer afhankelijk van nog meer externe input zoals veevoeder, meststoffen, herbiciden, fossiele brandstoffen en zelfs water.

Voor veebedrijven kan regeneratief graslandmanagement door begrazing tot een enorme vooruitgang in het humusgehalte van de bodem leiden. Hierdoor wordt water beter vastgehouden en verhogen zowel drogestofopbrengst als biodiversiteit. Het grazend vee heeft langer toegang tot een soortenrijk grasland waardoor de gezondheid en het welzijn verbeteren. Regeneratief begrazen maakt de veehouder autonomer en maakt het bedrijf meer circulair. Ondanks het toenemend aantal succesverhalen in het buitenland en Wallonië, wordt regeneratief begrazen in Vlaanderen nauwelijks toegepast volgens de regels van de kunst. Een gebrek aan praktische expertise is hiervoor een belangrijke reden. De aanpak is immers zeer bedrijfsafhankelijk. De operationele groep wil met 6 veehouders, met een duidelijke interesse maar geen of beperkte ervaring in regeneratief begrazen, een traject doorlopen waarin de veehouders begeleid worden door een veehouder-expert in regeneratief begrazen. Hierbij is er aandacht voor de eigenheid van elk veebedrijf en de motivaties en uitdagingen van de veehouders. Via observatie zullen zij meer inzicht krijgen in de natuurlijke systemen waarop regeneratieve landbouw gebaseerd is.

Duurtijd en partners

1 januari 2021  - 31 december 2022

  • 7 veehouderijbedrijven: Van de Pannemeers, Het Land van Ny, Hoeve van de Wildebeek, Bart Mehuys LV, De Bouvrie, Hans Dereepere, Green Valley
  • Odisee vzw
  • Wervel vzw
  • Living Lab Agro-ecologie en Biologische landbouw - ILVO
Meer info?

Jo.vicca@odisee.be

GoTO2 - Goed temperatuur- en zuurstofmanagement ter beheersing van de infectiedruk van Phytophthora cryptogea en Pythium spp. in de hydroteelt van sla en komkommer

Korte samenvatting

De operationele groep GoTO2 wil de infectiedruk van P. cryptogea en Pythium spp. op bedrijfsniveau controleren via het optimaliseren van de gietwaterparameters, zoals zuurstof en temperatuur. GoTO2 wil enerzijds kennis overdragen aan telers over het controleren van zwakteparasieten op hun bedrijf door de gietwatercondities verder te verbeteren. Het wil anderzijds een structurele oplossing bieden om opbrengstverliezen door zwakteparasieten te verlagen. GoTO2 streeft naar een duurzame infectiedrukcontrole waarbij wordt ingezet op het toepassen van een niet-chemische teeltmaatregel, waardoor er minder gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. Zo sluit GoTO2 integraal aan bij de visie van het IPM-programma, van niet-chemische beheersing van ziekten en plagen.

Gedurende het project worden telers opgevolgd zodat ze meer inzicht krijgen in het controleren van ziekteplagen en in duurzame werkwijzen. Binnen GoTO2 worden zowel sla- en komkommertelers opgevolgd. Er worden ook proeven opgezet met de betrokkenheid van de toeleveranciers en er wordt ingezet op een weerbare plant en duurzaam management van het gietwater.

De behaalde resultaten zullen aantonen welke invloed het zuurstofgehalte en de temperatuur van het voedingswater hebben op de weerbaarheid van het gewas. Door deze essentiële kennis terug te koppelen en te verspreiden naar de gebruikersgroep en andere belanghebbenden, zal GoTO2 een impact hebben op de Vlaamse glastuinbouwsector. Bovendien is er een groot spilloverpotentieel naar andere vruchtgroenten.

Duurtijd en partners

1 april 2021  - 31 maart 2023

  • 8 telers: Slamotra, Domarco bvba, De Glastuin bvba, Ceulemans Glastuinbouw, Hydroponic, LV Vyt-Van den Eynde, Erik & Lander Van den Eynde, Agrokom BVBA
  • Proefstation voor de Groenteteelt – onderzoeksteam
  • Proefstation voor de Groenteteelt – voorlichtingsdienst
  • KU Leuven – Departement biosystemen: Plant en Biotechniek 
  • Technologieleveranciers: Light4Food, Roam Technology, Air Liquide, Moleaer, VAN DYCK Marcel
  • Rijk Zwaan
  • Enza Zaden
Meer info?

Anne.Van.Zon@proefstation.be

Bierbeekse boeren doen aan circulaire koolstofopbouw

Korte samenvatting

De operationele groep wil het houtig materiaal afkomstig van onder andere het gemeentelijke hollewegenbeheer en de snoeihoutophaling na versnippering hergebruiken op de Bierbeekse akkers. Bedoeling is het langdurig proces van koolstof (C)-opbouw in de bodem te ondersteunen en te verbeteren. Tegelijkertijd voorkomt het dat het buiten Bierbeek wordt afgevoerd voor compostering of andere doeleinden. Zo zal een robuustere bodem gerealiseerd worden die de uitdaging van de klimaatsverandering kan doorstaan, met zowel resultaat voor klimaatadaptatie als voor klimaatmitigatie. De toegevoegde waarde zit in de verbetering van de bodems bij de individuele Bierbeekse landbouwers, en bijgevolg in betere teeltresultaten op langere termijn.

Duurtijd en partners

1 juli 2021  - 30 juni 2023

  • Land- en tuinbouwers van Bierbeek via de landbouwraad van Bierbeek, o.l.v. Jan Van der Velpen
  • Hakselwerken Geert Robijns
  • Boer en Natuur Vlaanderen (BNVL)
  • Bodemkundige Dienst van België (BDB)
  • Groendienst gemeente Bierbeek
  • Innovatiesteunpunt
Meer info?

jeroen.vranckx@bierbeek.be

Andere thema's

Overzicht

Melkveehouderij

A2A2 Melk, niche of markt-opportuniteit?

Korte samenvatting

A2A2-melk onderscheidt zich van A1-melk doordat het een variant van het melkeiwit bèta-caseïne bevat, namelijk het A2-type bèta-caseïne eiwit. Bij vertering worden de A2- en A1-bèta-caseïne eiwitten anders afgebroken in het spijsverteringsstelsel. De samenstelling van de afbraakproducten, peptiden, verschilt bijgevolg ook. Specifiek voor A1-bèta-caseïne ontstaat het bèta-casomorphine-7 (BCM-7) peptide. Sommige studies suggereren dat BCM-7 een rol kan spelen in het ontstaan van bepaalde gezondheidsproblemen zoals een opgeblazen gevoel, indigestie, diarree of auto-immuunziekten. Bovendien zouden bepaalde maagdarmklachten niet of in mindere mate voorkomen bij opname van A2A2-melk. Deze melk heeft dus marktkansen. Vandaag wordt A2A2-melk echter opgehaald met de gewone melk en verdwijnt in de melkplas.

Tot vandaag is er in Vlaanderen niet veel wetenschappelijke kennis over A2A2-melk. Om deze nieuwe markt te verkennen en te ontginnen zal via literatuurstudie wetenschappelijk kennis verzameld worden en zal onderzocht worden welke gezondheidsclaims wetenschappelijk aangetoond zijn. Vooraleer te investeren in geschikte rassen, aparte melkstromen en verpakkingen is het nuttig een schatting te krijgen van het marktpotentieel en de producten die hierbij in aanmerking komen. Via een marktstudie zal onderzocht worden welke producten er al op de markt zijn en welke ontwikkeld kunnen worden voor de Belgische markt. Vervolgens zal aan de hand van een reële productie- en markttest onderzocht worden wat het potentieel is van A2A2-melk in Vlaanderen.

Duurtijd en partners

1 januari 2021  - 31 december 2022

  • 3 melkveehouder: IJshoeve De Boey, Kakelend Kippenmuseum, Sint-Jozefshoeve
  • Innovatiesteunpunt voor land en platteland vzw
  • ILVO Eenheid Dier
  • ILVO Eenheid Technologie & Voeding - Food Pilot
  • UZ Gent - Expertise Centrum voor gezonde voeding en diëtiek
  • Steunpunt Korte Keten
  • Boerenbond
  • Olympia
  • Dischhof
Meer info?

Patrick.Pasgang@Innovatiesteunpunt.be

Healthy water for happy cows

Korte samenvatting

In de veehouderij is het laatste decennium zeer veel aandacht besteed aan het belang van goed drinkwater in relatie tot diergezondheid en productiviteit. Door de afbouw van het gebruik van diep, kwetsbaar grondwater is het gebruik van alternatieve waterbronnen sterk toegenomen. Ervaring leert dat de bacteriologische kwaliteit van deze waterbronnen sterk kan variëren waardoor de behandeling van drinkwater zich opdringt. Ook in de rundveehouderij wordt meer aandacht besteed aan drinkwaterkwaliteit in relatie tot gezondheid en productiviteit. Toch zijn er heel wat vragen over het effect van drinkwaterontsmetting op de werking van de pens bij rundvee.

Deze operationele groep zet daarom in op het verzamelen van de beschikbare kennis rond ontsmetting van drinkwater voor rundvee. Bovendien wil de groep uittesten welk effect verschillende actieve stoffen en dosissen hebben op de pensflora in vitro en op de productiviteit en gezondheid in vivo. De bedoeling is om op basis van de resultaten en de bevindingen praktische protocollen op te stellen voor de melkveehouders en bij uitbreiding voor de vleesveehouders. Daarin zal beschreven worden hoe drinkwaterontsmetting veilig en correct toe te passen. Hierbij zal aandacht besteed worden aan de keuze van het juiste systeem en de dosis in functie van de behoeften, maar ook naar de aandachtspunten bij opstarten en tijdens gebruik. Deze kennis is op vandaag niet algemeen gekend en  er is een duidelijke vraag vanuit de sector naar meer onderzoek en kennis hierover. Door in te zetten op de drinkwaterkwaliteit zal bijgedragen worden aan een gezonde, productieve veestapel en worden bepaalde alternatieve waterbronnen potentieel bruikbaar als drinkwater.

Duurtijd en partners

1 februari 2021  - 31 januari 2023

  • 5 melkveehouders: Elke Deraedt, Kris Desimpel, Jonas Desmyter, Jef Noyens, Bastiaens Paul & Tom LV
  • Inagro
  • De Hooibeekhoeve
  • HQ-line
  • Cidlines
  • ProAgro/Intracare
Meer info?

an.cools@inagro.be

Optimalisatie coligetal bij geautomatiseerde melksystemen

Korte samenvatting

Om een optimale kwaliteit en voedselveiligheid van het eindproduct te borgen, moet het primaire product, namelijk de rauwe melk, van een uitstekende kwaliteit zijn. Het bepalen van het coligetal draagt bij tot het identificeren van rauwe melk en zuivelproducten die mogelijk blootgesteld waren aan onvoldoende hygiënische omstandigheden. Het coligetal wordt nagenoeg bij alle Vlaamse melkveebedrijven tweemaal per maand onderzocht op tankmelk voor de kwaliteitspremie en als parameter voor het leveren van AA-melk. Wanneer het coligetal te hoog is, liggen diverse oorzaken aan de basis, zoals uierinfecties, vervuiling van de melk via mestdeeltjes, onvoldoende reiniging en ontsmetting en problemen met de melkinstallatie. De laatste jaren stijgt het aantal bedrijven met een automatisch melksysteem (AMS) sterk in Vlaanderen. Bij nieuwbouw kiest meer dan 50% van de melkveehouders voor een AMS. Uit een onderzoek, uitgevoerd door MCC en ILVO in 2018, blijkt dat de resultaten voor het coligetal beduidend slechter zijn op bedrijven met een AMS. In de praktijk betekent dit dat veel AMS-bedrijven hierdoor belangrijke inkomsten missen doordat ze premies verliezen. In het EIP-project worden AMS-bedrijven, verdeeld per type (merk) en kwaliteitsresultaten, opgevolgd en begeleid door experten van MCC, ILVO (Eenheid Technologie & Voeding) en melkmachinetechniekers (Fedagrim). Door nieuwe bemonsterings- en analysetechnieken en intelligente detectiemethoden per type AMS te ontwikkelen in het project, probeert de operationele groep het coligetal te verbeteren. Het uiteindelijke doel is dat de problematiek sneller gedetecteerd en opgelost kan worden en dat hiermee de melkkwaliteit van alle AMS-bedrijven verbetert en het inkomstenverlies vermindert.

Duurtijd en partners

1 juli 2021  - 30 juni 2023

  • 4 melkveebedrijven: Breykenshoeve, Anthonissen Raf, LV De Deyn – Heremans, Wauters Martin & Nico
  • MCC-Vlaanderen
  • ILVO – Eenheid Technologie en Voeding
  • Fedagrim
Meer info?

Koen.lommelen@mcc-vlaanderen.be

LOKROB – Alternatieven voor klassieke krachtvoederverstrekking (lokmiddelen) in melkrobots bij melkkoeien

Korte samenvatting

Krachtvoederverstrekking in automatische melksystemen (melkrobots) is de standaard in de hedendaagse melkveehouderij. Bij hoogproductieve melkkoeien ondersteunt het de melkproductie, eindlactatie en is het een extra stimulans voor koeien om voldoende naar de melkrobot te gaan. Een hoog krachtvoederverbruik in melkrobots is één van de factoren die de rendabiliteit op robotbedrijven onder druk zet. De innovatieve veehouders in deze operationele groep zetten in op alternatieven voor krachtvoederverstrekking in de melkrobot. De initiatiefnemer van deze groep, Johan Van Hecke, heeft al beperkt geëxperimenteerd met mogelijke alternatieven, namelijk voederbieten. De andere melkveehouder is geïnteresseerd in alternatieve innovatieve beloningssystemen in de melkrobot.

Deze operationele groep zal samen een manier ontwikkelen waarbij automatisch en continu versneden voederbieten worden toegediend, zal die manier optimaliseren en testen bij één melkveehouder. Omdat voederbieten slechts beperkt beschikbaar zijn, zullen andere alternatieven zoals aardappelen, afvalappels, -peren getest worden in hetzelfde systeem. De andere melkveehouder in de groep wil nagaan of hij andere technieken dan voedermiddelen in de melkrobot kan gebruiken om de melkproductie te optimaliseren. Na literatuurstudie zal dit ook op één praktijkbedrijf uitgetest worden. De resultaten van deze operationele groep zullen leiden tot minder krachtvoedergebruik in de robot, rendabelere bedrijfsvoering en een meer diervriendelijke omgeving in de melkrobot voor de melkkoeien. De bevindingen zullen worden ontsloten naar de sector via demo-namiddagen, filmpjes en vulgariserende artikels.

Duurtijd en partners

1 januari 2021  - 31 december 2022

  • 2 melkveebedrijven: Johan Van Hecke, Apers-Mertens
  • ILVO Eigen Vermogen
  • Meyland
  • Achten BV
  • Lely
  • proFarm – Jan Bourgeois bv
Meer info?

Leen.vandaele@ilvo.vlaanderen.be

Varkenshouderij

Muziekvarkens - meerwaarde door gewenst diergedrag te stimuleren via muziek

Korte samenvatting

De laatste jaren wordt er onder meer door consumenten, verwerkers en retailers bijkomende aandacht besteed aan het dierenwelzijn. Hierbij wordt vaak gefocust op het toevoegen van positieve (verrijkende) ervaringen voor de dieren, eerder dan het wegnemen van negatieve ervaringen. Het laten afspelen van muziek is een vorm van auditieve verrijking die de initiatief nemende varkenshouder Piet en collega-varkenshouder David al dagdagelijks toepassen in hun stallen.

Het doel van de operationele groep is om de meerwaarde van muziek voor het welzijn en de dierprestaties op een objectieve manier (m.b.v. objectieve welzijns- en prestatie-indicatoren) in kaart te brengen. Twee automatische monitoringsystemen worden hierbij gevalideerd. Op basis van analyse van de automatische monitoring is het de bedoeling om de muziek aan te passen om zo het gewenste gedrag (meer rust, extra voederbeurten, hogere activiteit, …) van de varkens te stimuleren.

Het gewenste gedrag kunnen stimuleren via muziek en de meerwaarde (welzijn en prestaties) die zo wordt gerealiseerd, biedt bovendien kansen om vlees met hogere welzijnsstandaarden in de markt te plaatsen. Varkenshouder Piet wil dit graag aangrijpen door met enkele collega-varkenshouders een welzijnslabel in de markt te zetten.

Duurtijd en partners

1 januari 2021  - 31 december 2022

  • 3 varkenshouders: Piet Paesmans, David Martin, Wim Haeck
  • Varkensfilière van Breydel
  • Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL) vzw
  • ILVO Living Lab Veehouderij - Varkensloket
  • ILVO Living Lab AgriFood Technology
  • ILVO-Dier
  • Mediaan BV
Meer info?

sander.palmans@pvl-bocholt.be

Triple F: Feasibility Free Farrowing

Korte samenvatting

De kraamhokken in de huidige varkenshouderij bieden maar een beperkte bewegingsvrijheid. Free Farrowing (of vrijloopkraamhokken) staat voor een innovatieve welzijnsvriendelijke huisvesting van individuele zeugen in het kraamhok. Het uitbreiden van de bewegingsvrijheid van de zeug stimuleert natuurlijk nestgedrag. De operationele groep wil de problemen en de uitdagingen die een eerste groep gebruikers (de pioniers) van vrijloopkraamhokken ervaren, in kaart brengen om zo de haalbaarheid van vrijloopkraamhokken te evalueren. Problemen of uitdagingen op het vlak van ventilatie, verwarming, bevruchtingspercentage en/of biggenuitval komen daarbij aan bod. De doelstelling hiervan is dat een tweede groep gebruikers (de innovators) door de kennisuitwisseling deze problemen kan voorkomen. Investeringen die praktisch en economisch onhaalbaar blijken te zijn vanwege kennisgebrek, kunnen zo voorkomen worden. Daarnaast moet onderlinge kennisuitwisseling tussen de pioniers en de innovators hun geïnstalleerde systemen performanter laten presteren. Bovendien kunnen ook de systeemconstructeurs leren uit de “wishlist” van de innovators en de knelpunten die de pioniers aanhalen. Hun systemen zullen erdoor verbeteren en kunnen praktisch en economisch haalbaarder worden.

Duurtijd en partners

1 januari 2021  - 31 december 2022

  • 11 varkenshouders: Rik Bogaert, Bart Engels, Filip Van Laere, Brecht Wyseur, Francis Hanssens, Marc Herteleer, Sander Horten, Renaat Vandebrouck, Wouter Mertens, Stijn Merckx, Mieke Verniest
  • Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw
  • Boerenbond
  • KU Leuven
  • Varkensloket – ILVO
Meer info?
Eddy.vandycke@boerenbond.be

Akkerbouw

Gezocht: snelle loofdoding voor pootgoed

Korte samenvatting

De actieve stof diquat mag in Europa niet meer gebruikt worden sinds november 2019. Diquat was de enige actieve stof die zorgde voor een snelle loofdoding. Dit project wil spuitschema’s vinden, al dan niet in combinatie met mechanische loofdodingstechnieken, die onder andere even snel werken als diquat. Het wil de opgedane kennis delen met de hele sector.

De aangroei van pootgoed moet snel stoppen zodat het moment van loofdoden goed aansluit bij de gewenste maatsortering. De kans op virusbesmetting moet minimaal zijn dankzij een snelle doding zonder hergroei. De overblijvende erkende actieve stoffen werken traag en er zullen nu meerdere spuitingsrondes nodig zijn, al dan niet in combinatie met een mechanische loofdoding zoals loofklappen en loofbranden. Mechanische loofdoding heeft naast zijn arbeidsintensief karakter nog andere nadelen, zoals het rijden tussen de ruggen, en het mogelijk structuurbederf. Het is anderzijds de snelste manier om de groei stil te leggen. Het is van belang dat de aardappelsector, en (hoeve)pootgoedtelers in het bijzonder, snel op de hoogte is van de alternatieve methoden. De waarde voor de praktijk is groot omdat een correcte loofdoding van belang is voor een goede kwaliteit van het pootgoed (maatsortering, virusaantasting, …).

Duurtijd en partners

1 maart 2021  - 28 februari 2023

  • 5 pootgoedtelers: Dirk & Andreas Ryckaert, Renaat Fruytier, Didier Pattou, Peter Opstaele, Bart Boerave
  • Inagro
  • Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA)
  • Vlaams Verbond van Pootgoedtelers (VVP) vzw
  • FMC Corporation
  • Belchim
Meer info?

Veerle.deblauwer@inagro.be

MEBAT: Mechanisatie voor opschaling van de teelt van bataat

Korte samenvatting

In 2017 deed de teelt van bataat zijn intrede op Vlaamse percelen. Na een voorzichtige maar erg succesvolle start nam het areaal jaar na jaar toe tot ongeveer 200 ha in België, goed voor ongeveer 7.000 ton. De Belgische netto-importcijfers, die de voorbije jaren gestegen zijn van ongeveer 1.000 ton in 2013 naar meer dan 35.000 ton in 2019, tonen aan dat het potentieel voor de lokale teelt groot is. Niet alleen voor de verse markt is de vraag groot, ook de voedingsverwerkende bedrijven zijn de laatste jaren met bataat aan de slag gegaan. Zij zijn vragende partij om lokaal geproduceerde bataat af te nemen. Tot vandaag is het gebrek aan aangepaste mechanisatie voor de teelt echter het grootste struikelblok om op te schalen en dit potentieel in te vullen.

Deze operationele groep heeft als doel verschillende bedrijven met expertise in de teelt van bataat samen te brengen om kennis uit te wisselen rond plantmechanisatie, oogstmechanisatie en mechanische onkruidbestrijding. De groep wil samen de voornaamste knelpunten definiëren en aanpakken. Via een uitgebreide inventarisatie van de beschikbare mechanisatie zullen de sterktes en zwaktes van de verschillende mogelijkheden uitgedragen worden naar de sector. Mogelijke oplossingen en aanpassingen zullen geformuleerd worden om de machines beter in te zetten voor deze teelt. De resultaten van het project zullen bijdragen aan een betere kwaliteit van het product, een hogere arbeidsefficiëntie op de productiebedrijven en bijgevolg een lagere kostprijs en sterkere concurrentiepositie in de markt.

Duurtijd en partners

1 april 2021  - 31 maart 2023

  • 8 bataattelers: Sam Magnus, David Van den Houte, Luc Staelens, Wouter Devlies, Joep Van de Bool, Jurgen Hallaert, Jeroen De ridder, Bart T’Seyen,
  • Loonwerk Debusschere en Loonwerk Pattyn
  • Boerenbond
  • Inagro Bio-afdeling
  • Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt (PCG)
  • Delphy
  • REO Veiling
  • Belorta Veiling
  • Ardo
  • Agristo
  • Nanne Kooiman Mechanisatie
  • De Wulf Mechanisatie
  • AVR
  • Lenders bv
  • Biological Youngplants
  • TTW
Meer info?

annelien.tack@pcgroenteteelt.be

KIK–LOVE : KIKkererwt – LOkaal Vlaams Eiwit

Korte samenvatting

De doelstelling van KIK-LOVE is om lopende initiatieven rond kikkererwten samen te brengen, er ruchtbaarheid aan te geven om de groep van landbouwers verder uit te breiden en samen aan ketenontwikkeling te werken door uitwisseling van ervaring en succesverhalen. De groep wil ook  de mogelijke uitdagingen en problemen bespreken en samen aanpakken. De onderzoekspartners hebben in dit tweejarig project een ondersteunende rol en staan in voor de praktische organisatie van de samenkomsten, bezoekmomenten, praktische adviezen op basis van eigen ervaring en studie, kwaliteitsanalyses, kosten-batenanalyses en de administratie van het project. Zowel gangbare als biologische pioniers participeren als partners in dit project. Via een telersnetwerk worden geïnteresseerde landbouwers (of early adopters) op weg geholpen, zodat kikkererwten voet aan de (Vlaamse) grond krijgen.

Duurtijd en partners

1 maart 2021  - 28 februari 2023

  • 2 kikkererwtentelers: Thomas Truyen, Simon Colembie
  • Inagro
  • ILVO
  • La vie est belle
Meer info?

jonas.claeys@inagro.be

Gecontroleerd roten van vlas

Korte samenvatting

Het huidige dauwrootproces van vlas is weersafhankelijk en daardoor moeilijk te controleren. Dit kan tot serieuze opbrengst- en kwaliteitsverliezen van de lange vlasvezels leiden. Daarom zijn de vlastelers op zoek naar een duurzame, ecologisch verantwoorde en low-budgetmanier om het rootproces meer te kunnen controleren.

Deze operationele groep wil nieuwe inzichten rond het roten, kennis van verschillende partners en mogelijke pistes toetsen aan duurzaamheid, economische kosten en operationele opschaalbaarheid. Twee mogelijke pistes zullen hier de aandacht krijgen, namelijk het toedienen van schimmels en het toedienen van enzymen op het veld net na het slijten om het rootproces sneller op gang te krijgen. In het ideale geval begint het roten al meteen na het slijten van het vlas en stopt het zodra de meeste pectine verdwenen is waardoor de cellulose niet afgebroken wordt. Het is dus van belang om de ideale schimmel of het ideale enzym te vinden.

Het beoogde resultaat van het project is een roadmap  voor bijkomend onderzoek, of in het ideale geval al een concrete handleiding van een mogelijke techniek om het roten meer gecontroleerd te laten verlopen.

Duurtijd en partners

1 januari 2021  - 31 december 2022

  • 3 vlasbedrijven: Gallin bvba, Vanacker Rumbeke bvba, Wavalin vlasbedrijf cvba
  • Brancheorganisatie Vlas & hennep vzw
  • Inagro
  • Mycelia
  • UGent – Labo voor Milieubiotechnologie
  • UGent – Labo voor Houttechnologie – Woodlab
  • KU Leuven – Labo voor Enzym-, Fermentatie- en Brouwerijtechnologie
Meer info?

lies.willaert@inagro.be

Fruitteelt

Bio-peren langer en beter bewaard: het nut van warmwaterbehandeling bij Conference

Korte samenvatting

De laatste jaren worden meer en meer biologische Conference peren geteeld. Door het stijgende aanbod aan biologische Conference peren dringt een langere bewaarperiode zich op. Om een even goede kwaliteit van de peren te garanderen is er nood aan alternatieven om bewaarziekten te beheersen. Het toepassen van warmwaterbehandelingen leent zich hiertoe. Er zijn al warmwaterbehandelingstechnieken op punt gesteld voor bepaalde appel- en perenvariëteiten, die ook leiden tot een reductie van bewaarrot, maar nog niet voor Conference. Omdat de telers zelf niet beschikken over de nodige voorkennis en apparatuur namen ze contact op met het Proefcentrum Fruitteelt om de mogelijkheden tot samenwerking hieromtrent te bekijken. Het uiteindelijk doel van deze operationele groep is een warmwaterbehandeling op punt stellen voor Conference peren zodat bewaarziekten minder voorkomen, en zo een langere bewaar- en dus ook verkoopperiode te garanderen voor de kwaliteitsvolle biologische peren. De manier van toepassing (dompelen/douchen), de geschikte temperatuur en de geschikte contacttijd zijn de belangrijkste factoren die deze operationele groep zal onderzoeken. Er zal ook een eerste aanzet worden gegeven om een machine te ontwikkelen. De ontwikkeling hiervan is geen doel op zich van de operationele groep. De warmwaterbehandelingstechniek kan later ook gebruikt worden voor een langere bewaring van peren die geteeld zijn volgens het zero-residuprincipe.

Duurtijd en partners

1 juli 2021  - 30 juni 2023

  • Bio-perentelers: Yvan Verhemeldonck, Reinroods fruit, Jan Van der Velpen, Bert & Jef Janssens, Bert & Ludo Toetenel, Tim Bleeser, Frederik Defrère, Jan Lowet, Jan Houben, Luc Vanbrabant
  • Proefcentrum Fruitteelt vzw
  • Belgische Fruitveiling (BFV)
  • Veiling Belorta
  • St@f – voorlichtingsdienst pcfruit
  • Stas NV
  • Fruitconsult
Meer info?

wendy.vanhemelrijck@pcfruit.be

Land- en tuinbouw

Van bricoleur naar constructeur: professionalisering van zelfbouwmechanisatie in Vlaanderen

Korte samenvatting

De biologische en agro-ecologische landbouw is een groeiende sector in Vlaanderen en binnen Europa. In combinatie met verkoop via de korte keten is het voor veel kleine en middelgrote bedrijven een interessante bedrijfsaanpak, die duurzaamheid op verschillende niveaus (economisch, ecologisch en sociaal) combineert. Tijdens en na de coronacrisis werd het succes van deze bedrijfsaanpak nog eens bevestigd. Om economisch rendabel te zijn hebben deze bedrijven weliswaar nood aan specifieke mechanisatie. In de handel is niet altijd alles beschikbaar (schaal, budget, ‘fine-tuning’). Autoconstructie (het zelf bouwen) en het zelf aanpassen van machines is hierbij een betaalbare aanpak met een resultaat volledig op maat van het bedrijf.

De doelstelling van deze operationele groep is het ondersteunen van landbouwers wanneer ze zelf machines en ander bedrijfsmateriaal bouwen, door het netwerk rond zelfbouw in Vlaanderen uit te bouwen en te verduurzamen. Concreet gaat de groep van enthousiaste telers en onderzoekers aan de slag om machine-ontwerpen van telers (bv. een elektrisch wiedbed, een zelfbouw GPS-systeem) te verfijnen en uit te werken tot bouwplannen die open source beschikbaar gesteld worden. Via een haalbaarheidsstudie wordt het verduurzamen van het netwerk in Vlaanderen onderzocht, onder andere door een mobiel atelier op te zetten.

Duurtijd en partners

1 januari 2021  - 31 december 2022

  • 8 telers: Bert Vandergeynst, Alex Floré, Karel Dewaele, Rony Nekkebroeck, Thijs Demeulenaere, Nelis Schiettecatte, Klaas Ysebaert
  • Coördinatiecentrum praktijkgericht onderzoek en voorlichting Biologische Teelt (CCBT)
  • Inagro
  • Hogeschool VIVES
  • Tom Callewaert – zelfbouwmechanisatie voor de landbouw
  • ILVO
Meer info?

carmen.landuyt@ccbt.be

WaterReserve

Korte samenvatting

WaterReserve is een samenwerking tussen verschillende Antwerpse land- en tuinbouwbedrijven, gespecialiseerd in groenteteelt, boomkwekerij, aardappelteelt en veehouderij. Deze bedrijven ervaren vanop de eerste rij de economische impact van de droogte door de klimaatverandering en realiseren zich dat er fundamentele aanpassingen moeten gebeuren op het vlak van waterbeheer. Eén van de deeloplossingen bestaat erin meer water op te houden door peilgestuurde drainage toe te passen. Om deze technologie meer ingang te laten vinden is er meer demonstratie nodig op praktijkpercelen. WaterReserve wil ook innovatief uit de hoek komen en wil peilgestuurde drainage uitbreiden met extra infiltratie van hemelwater indien er zich lokale opportuniteiten voordoen. Op een aantal percelen is rechtstreekse infiltratie van het dakoppervlak mogelijk of kan er extra water geïnfiltreerd worden door het gebruik van stuwtjes. Deze opportuniteiten worden vaak gedetecteerd bij terreinstudies zoals de opmaak van hemelwaterplannen. Daarom zullen stakeholders die hierin actief zijn sterk betrokken worden bij de aanpak, de uitvoering en de resultaten van de demonstraties. Door de wisselwerking tussen de verschillende actoren wil WaterReserve een pilotcase zijn om infiltratie en waterberging van hemelwater in landbouwgebied te promoten. De onrechtstreekse toegevoegde waarde van infiltratie van hemelwater kan ook maatschappelijk bijdragen doordat het wateroverlast vermijdt en de onttrekking van andere kostbare waterbronnen vermindert. WaterReserve is te volgen in de (vak)pers en op de mediakanalen van de betrokken partners.

Duurtijd en partners

1 maart 2021  - 28 februari 2023

  • 8 land- en tuinbouwbedrijven: Etn. Armand Op De Beeck Boomkwekerijen bvba, Jos Ceulemans, WGK bvba, Verbruggen Agro bvba, Maarten De Wit,  Steven De Nies, Van Ginhoven –Verheyen BVBA, Guido Willemse
  • Proefstation voor de Groenteteelt (PSKW)
  • Stad Mechelen
  • De Hooibeekhoeve
  • POM Antwerpen
Meer info?

Joris.de.nies@proefstation.be

Meer info

Delen: