Carbon removals & carbon farming (Koolstofverwijderingen & koolstoflandbouw)

Op deze pagina:

Naar begin pagina

Carbon removals & carbon farming: wat en waarom?

Sinds de start van de industriële revolutie is de hoeveelheid broeikasgassen (CO2 of koolstofdioxide, N2O of lachgas, CH₄ of methaan) in de atmosfeer sterk gestegen. Dit leidt tot een veranderend klimaat met hogere temperaturen en meer extreme neerslagpatronen (droogte, wateroverlast). Om dit binnen de perken te houden moet de uitstoot van broeikasgassen drastisch verlagen. De Europese Unie heeft de ambitie om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn (geen netto-broeikasgasuitstoot meer). Aangezien verschillende processen niet kunnen doorgaan zonder het uitstoten van broeikasgassen, moet deze moeilijk vermijdbare uitstoot gecompenseerd worden. Dit kan met carbon removals en carbon farming, waarbij CO2 uit de atmosfeer vastgelegd wordt of blijft in de bodem, in biomassa, in biomaterialen of in de diepe ondergrond.

Dankzij een recente EU-verordening zullen landbouwers certificaten kunnen krijgen voor carbon farming en carbon removals,  die verhandeld kunnen worden op de vrijwillige EU-wijde koolstofmarkt. Dit vormt een nieuw, vrijwillig verdienmodel voor landbouwers. Zo wordt er een win-win situatie gecreëerd voor de landbouwers en het klimaat. De huidige EU-verordening werd gepubliceerd op 6 december 2024, en voorziet een certificatiekader. De uitreiking van de eerste certificaten worden echter pas voorzien in 2026. Landbouwers kunnen wel reeds aan de slag met carbon farming door te kiezen voor teelten die meer biomassa achterlaten na de oogst, of door koolstofrijke producten (bijvoorbeeld compost) aan te brengen op het perceel. Verschillende carbon farming-praktijken kunnen de bodemkwaliteit en biodiversiteit sterk verbeteren, waardoor men in aanmerking kan komen voor verschillende ecoregelingen en agro-milieu- en klimaatmaatregelen. Anderzijds kunnen landbouwers in afwachting van de Europese certificaten gebruikmaken van lokale CO2-compensatieplatformen. 

Naar begin pagina

De landbouwer als sleutelfiguur

Carbon removals & carbon farming kan opgesplitst worden in drie praktijken, met vier bijhorende eenheden (EU verordening). In 2026 wordt nagegaan of er eventueel een extra praktijk met daarbij horende eenheid kan worden toegevoegd. 

  1. Permanente koolstofverwijdering
    • Permanente koolstofverwijderingseenheden
  2. Carbon farming
    • Koolstoflandbeheervastleggingseenheden
    • bodememissiereductie-eenheden
  3. Koolstofopslag in duurzame producten
    • eenheden koolstofopslag in producten
  4. Mogelijke toevoeging na 2026: Emissiereductie veehouderij
    • eenheid emissiereductie veehouderij

Voor alle praktijken behalve permanente koolstofverwijdering speelt de landbouwer een sleutelrol. Voor permanente koolstofverwijdering blijft de rol van de landbouwer eerder beperkt tot eventuele aanlevering van biomassa voor bio-energieproductie met koolstofafvang en -opslag (BECCS) of aanlevering van biomassa voor biocharproductie (en de eventuele toepassing van biochar in de landbouw).

Carbon removals & Carbon farming activiteiten met daarbij horende eenheden

Figuur 1. Carbon removals & Carbon farming activiteiten met daarbij horende eenheden

Naar begin pagina

Carbon Farming (~koolstoflandbouw)

Carbon farming wordt vaak vertaald als koolstoflandbouw. Het is een verzamelterm voor praktijken die zorgen voor hogere voorraden organische koolstof in bodems of in de biomassa van vegetatie. Ook praktijken die leiden tot bodememissiereducties vallen onder carbon farming. Voorbeelden van carbon farming zijn:

  • Keuze voor teelten die meer biomassa achterlaten na de oogst onder de vorm van gewasresten en/of veel wortels, 
  • Gebruik van stabiele organische mest zoals  compost of stalmest
  • Onderzaai (bv. gras bij maïs)
  • Vroeg inzaaien van groenbedekkers
  • Plaatsen van hagen, heggen, houtkanten en bomen (incl. overschakeling naar agroforestry)
  • Vernatting en herstel van veengebieden
  • Efficiëntere bemesting (juiste meststof, juiste dosis, juiste plaats, juiste moment, juiste techniek, juiste teelt)

Het is belangrijk om deze en andere praktijken blijvend toe te passen om een daling in koolstofvoorraad door de natuurlijke afbraak van koolstof in de bodem te compenseren.  

Verschillende ecoregelingen en agro-milieu- en klimaatmaatregelen (AMKM) in het huidige GLB steunen de landbouwer die deze praktijken toepassen, zoals de aanvoer van compost of de inzaai van bepaalde ecoteelten. Meer informatie over de voorwaarden en steun van de verschillende ecoregelingen (bijvoorbeeld ecoregeling verhogen organische stof) vindt u hier: Perceelsgebonden ecoregelingen en agromilieuklimaatmaatregelen

Indien een landbouwer opteert om over te schakelen naar boslandbouw, kan een aanplantsubsidie voor boslandbouwsystemen (agroforestry) aangevraagd worden.

Agroforestry: Bomen in de weide bieden onder andere schaduwplaatsen voor de runderen

Figuur 2. Agroforestry: Bomen in de weide bieden onder andere schaduwplaatsen voor de runderen (Bron: Sarah Carton, Agroforestry Vlaanderen)

Carbon farming praktijken zijn niet alleen gunstig voor het tegengaan van de klimaatverandering, maar ze dragen ook bij aan gezondere bodems met meer biodiversiteit. Gezonde bodems met voldoende organische koolstof vertonen een verbeterde weerstand tegen o.a. erosie en extreme weersomstandigheden. De landbouwopbrengsten zullen hierdoor stabieler zijn en minder worden beïnvloed door droogte en extreme neerslag. Carbon farming is dus niet enkel waardevol voor klimaatmitigatie, maar ook voor klimaatadaptatie. Getuigenissen van landbouwers die carbon farming praktijken toepassen en de positieve effecten ervan ervaren vindt u hier: Bodemkwaliteit.

Naar begin pagina

Koolstofopslag in duurzame producten

Planten verwijderen tijdens het fotosyntheseproces CO2 uit de atmosfeer en gebruiken de koolstof voor hun groei en ontwikkeling. Daardoor zijn plantaardige materialen, en producten die hiervan worden afgeleid, opslagplaatsen voor koolstof. In verschillende omstandigheden, zoals in de bouwsector, kan deze koolstof opgeslagen worden voor meerdere decennia. Na dit gebruik is  een hergebruik of minstens nog een valorisatie van deze biogebaseerde materialen nog mogelijk. In Vlaanderen is er een snelgroeiende interesse om biogebaseerde bouwmaterialen toe te passen, zoals isolatiematerialen op basis van miscanthus, hennep, gras of stro, houtige structuurelementen, of biogebaseerde kunststoffen. Daarnaast kijken ook andere sectoren zoals de textiel en de chemie naar de landbouw om hen van de nodige en hernieuwbare koolstof te voorzien. Er zijn volop experimenten en innovaties aan de gang om van allerlei toepassingen biogebaseerde versies te maken. Zo kan het bindmiddel bitumen uit aardolie, vervangen worden door lignine uit miscanthus (bijvoorbeeld in asfalt). De Europese Commissie geeft prioriteit aan certificeringsmethoden voor hout- en biogebaseerde bouwproducten.

Voor de teelt van hennep, miscanthus en korte omloopshout is er ondersteuning mogelijk binnen het GLB. Meer informatie over de voorwaarden en steun: hier terug te vinden:

Kalkhennep bouwstenen (bron: Rebuilt)

Figuur 3a. Kalkhennep bouwstenen (bron: Rebuilt)

constructiehout

Figuur 3b. constructiehout

Naar begin pagina

Vlaams Actieplatform Carbon Removals & Carbon Farming

Om diverse private en overheidsinitiatieven rond verdienmodellen voor koolstofverwijdering te ondersteunen heeft de Vlaamse Overheid het Vlaams Actieplatform Carbon Removals & Carbon Farming opgericht (2025). In eerste instantie zet het platform in op carbon farming en koolstofopslag in biomaterialen. 

Het Vlaams Actieplatform heeft als doel om verschillende actoren samen te brengen en synergie te creëren, zodat koolstofverwijdering in Vlaanderen op grotere schaal kan worden uitgerold. Dit moet bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelen en tegelijkertijd economische kansen creëren voor land- en bosbouwers, industrie, evenals de bredere samenleving. De structuur van het Vlaams Actieplatform werd gebaseerd op de resultaten van het project LIFE CarbonCounts en is opgebouwd rond drie publiek-private expertennetwerken: het navigatienetwerk, het MRV-netwerk (Monitoring, Rapporteren, Verificatie) en het financieel netwerk.

  • Het navigatienetwerk is bedoeld om de Vlaamse belanghebbenden te verbinden en samen te laten werken. Dit netwerk focust op het vertalen van vragen en behoeften van lokale actoren naar een samenhangende en gedragen regionale visie en werking rond koolstofverwijdering in Vlaanderen.
  • Het MRV-netwerk bundelt gevalideerde kennis die nodig is voor het opstellen van kostenefficiënte MRV-methoden en maakt deze informatie beschikbaar voor de Vlaamse stakeholders. Het netwerk zal werken aan het opstellen van geharmoniseerde meetprotocollen, databanken en modellen . Dit zal zorgen voor een efficiënter gebruik van onderzoeks- en beleidsmiddelen en het creëren van een uniforme kennisbasis.
  • Het financieel netwerk richt zich op de ontwikkeling van een duurzaam verdienmodel voor carbon farming. Het zal kennis verzamelen uit relevante projecten, een expertennetwerk samenstellen en zorgen voor een analyse van mogelijke financiële instrumenten en mechanismen om carbon farming op lange termijn rendabel te maken binnen een correct verdienmodel dat bijdraagt aan het behalen van de doelstellingen.

Drie publiek-private expertennetwerken: Navigatienetwerk, Financieel Netwerk, MRV Netwerk

Dit actieplatform wordt aangestuurd door een unieke samenwerking (stuurgroep) van diverse Vlaamse overheidsentiteiten: 

  • Agentschap Landbouw en Zeevisserij
  • Departement Omgeving
  • Departement Werk, Economie, Wetenschap, Innovatie en Sociale Economie
  • Agentschap Natuur en Bos
  • Vlaamse Landmaatschappij
  • Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek
  • Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
  • Vlaams Energie- en Klimaatagentschap.

Er zijn ook twee coördinatoren die samenwerken aan de opstart en uitrol van dit actieplatform: een wetenschappelijk coördinator (MRV-netwerk) en een beleids- en financieel coördinator (navigatienetwerk en financieel netwerk).

Naar begin pagina

LIFE CarbonCounts

Life Europa   CarbonCounts

Voor het LIFE CarbonCounts project (2021-2023) sloegen het Agentschap Landbouw en Zeevisserij en het ILVO (Instituut voor Landbouw-, Visserij- & Voedingsonderzoek) de handen in elkaar om een bredere uitrol van koolstoflandbouw in Vlaanderen te faciliteren. Het project omvatte twee grote doelstellingen. Enerzijds werd er gefocust op de ontwikkeling van een roadmap voor koolstoflandbouw in Vlaanderen en de uitbouw van een actieplatform in nauw overleg met een brede stakeholdergroep. Anderzijds werd er een geodataplatform ontwikkeld om de koolstofopslag per perceel in kaart te brengen. Dit geodataplatform werd uitgebouwd als een nieuwe toepassing, de Koolstoftool, die u kan terugvinden onder tabblad ‘Koolstof’ in de reeds bestaande webapplicatie, het bodempaspoort.

Naar begin pagina

Roadmap en actieplatform

Aan de bron van de roadmap stond een systeemanalyse: daarbij brachten we in kaart wat de voornaamste knelpunten, opportuniteiten en behoeften waren om koolstoflandbouwinitiatieven via de (Vlaamse) koolstofmarkt breed uit te rollen. Hiervoor ging ILVO uitgebreid in dialoog met een brede waaier aan stakeholders, zoals landbouwers, landbouworganisaties, beleidsactoren, onderzoekers, adviseurs, NGO’s, bedrijven, certificeringsinstanties … via diepte-interviews en interactieve workshops. Ook lopende projecten en initiatieven in Vlaanderen werden geanalyseerd en in kaart gebracht. Daarnaast werd inspiratie opgedaan vanuit de systemen in onze buurlanden.

Vanuit de systeemanalyse werd vervolgens voortgewerkt aan een stappenplan of roadmap. Daarbij benoemden we mogelijke pistes voor het oplossen van de vastgestelde knelpunten, het benutten van opportuniteiten, en het invullen van de behoeften in het carbon farming-verhaal.

Om deze roadmap verder te ondersteunen en te concretiseren, werkten we ook een langetermijn-actieplatform uit. Het voorgestelde actieplatform vond niet alleen steun bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, maar ook bij verschillende andere Vlaamse agentschappen, departementen en onderzoekscentra. Met de nieuwe partners breidde het domein van het actieplatform ook uit, zodat het naast carbon farming ook inzet op koolstofopslag in biomaterialen. Dit groeide uit tot het Vlaams Actieplatform Carbon Removals & Carbon Farming.

Naar begin pagina

Geodataplatform

Binnen het project LIFE CarbonCounts werd een geodataplatform ontworpen dat de koolstofopslag op een perceel kan berekenen en simuleren en dit zoveel mogelijk aan de hand van reeds beschikbare data die automatisch geconnecteerd worden met het rekenmodel. Het geodataplatform gebruikt data afkomstig uit het bodempaspoort van het perceel, zoals textuurklasse (afkomstig van kaartlagen van Databank Ondergrond Vlaanderen) of gewasrotaties (afkomstig uit Verzamelaanvraag), en simuleert op basis van deze data het koolstofgehalte op het perceel.

De koolstofsimulatie werd gebaseerd op een Roth-C model; een rekenmodel dat speciaal ontwikkeld werd om koolstofopslag in bodems te modelleren. Hierbij vertrok men van een versie die reeds werd geoptimaliseerd voor Vlaamse percelen in voorgaande projecten en applicaties voor landbouwers zoals de Demetertool (UGent en VLM) en de Koolstofsimulator (Departement Omgeving, UGent en Bodemkundige Dienst van Vlaanderen vzw). Het nieuwe aspect lag hier in het automatisch verbinden met inputgegevens uit het bodempaspoort om zo het gebruiksgemak voor de landbouwers te verhogen. Om dit mogelijk te maken werd nauw samen gewerkt met VLM en Departement Omgeving.

Het ontwikkelde rekenmodel werd open-source gemaakt zodat dezelfde berekeningen ook gebruikt kunnen worden door andere projecten (vb. Klimrek) en instanties (vb. private spelers). Zo kan het ontwikkelde rekenmodel dienst doen als een standaard koolstof-rekenmodel voor koolstofopslag op landbouwpercelen in Vlaanderen. Het geodataplatform werd uitgebouwd als een nieuwe toepassing, de Koolstoftool, die u kan terugvinden onder tabblad ‘Koolstof’ in de reeds bestaande webapplicatie, het bodempaspoort.

screenshot koolstoftool

Naast het simuleren van het koolstofgehalte in de bodem, zal het geodataplatform in de toekomst ook koolstof opgeslagen in de houtige landschapselementen op het perceel simuleren. De data voor deze berekeningen zijn onder andere afkomstig van luchtfoto’s waarop, met behulp van ‘artificial intelligence’, houtige elementen in de percelen gedetecteerd kunnen worden (orthodetectie).

Bijkomende informatie

Naar begin pagina

In de pers

Naar begin pagina

Publicaties en resultaten

Delen: