Geïntegreerde gewasbescherming (IPM)

Op deze pagina:

IPM of geïntegreerde gewasbescherming is een teeltmethode die past in een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Vanaf 1 januari 2014 zijn de land- en tuinbouwers verplicht om de principes van IPM toe te passen volgens de Europese richtlijn 2009/128 betreffende een duurzaam gebruik van pesticiden. 

Definitie en regelgeving van IPM

Volgens de Europese richtlijn is geïntegreerde gewasbescherming het volgende:

IPM of geïntegreerde gewasbescherming is zorgvuldige afweging van alle beschikbare gewasbeschermingsmethoden, gevolgd door de integratie van passende maatregelen die de ontwikkeling van populaties van schadelijke organismen tegengaan, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en andere vormen van interventie tot economisch en ecologisch verantwoorde niveaus beperkt houden en het risico voor de gezondheid van de mens en voor het milieu tot een minimum beperken. 

Bij de geïntegreerde gewasbescherming ligt de nadruk op de groei van gezonde gewassen, waarbij de landbouwecosystemen zo weinig mogelijk worden verstoord en natuurlijke plaagbestrijding wordt aangemoedigd. Systemen met lage input van pesticiden zoals biologische landbouw vallen hieronder. Land- en tuinbouwers die bio-gecertificeerd zijn, zijn vrijgesteld voor de IPM-audit omdat zij binnen het kader van hun bio-certificering voldoen aan de IPM-definitie. Uiteraard moeten ook bio-telers de principes van IPM toepassen.

In de praktijk komt het erop neer dat u goed nadenkt over de noodzaak om een gewasbeschermingsmiddel te gebruiken. U kan het gebruik beperken of vermijden door een aangepaste teelttechniek. Gedurende de teelt doet u regelmatig waarnemingen of u laat u hierin leiden door waarschuwingsdiensten of bedrijfsvoorlichters om na te gaan of een bestrijding nodig is. Als een behandeling met gewasbeschermingsmiddelen nodig is, kiest u zoveel mogelijk voor de minst gevaarlijke middelen voor uzelf, de consument en het leefmilieu en als het kan, kiest u voor een niet-chemische bestrijding. Tenslotte registreert u zorgvuldig wat en wanneer u behandeld hebt en noteert u ook in de mate van het mogelijke het resultaat van uw bestrijding. 

IPM of geïntegreerde gewasbescherming is een onderdeel van de Europese Richtlijn 2009/128 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden.

De acht algemene principes die in het kader van IPM moeten toegepast worden zijn terug te vinden in bijlage III van deze richtlijn.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2014 houdende de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming door professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen bepaalt hoe de Vlaamse land- en tuinbouwer geïntegreerde gewasbescherming moet toepassen.

Praktijkgids en Praktijkgids IPM richtlijnen checklist

Om bovenstaande principes duidelijker te maken, werden sectorspecifieke richtsnoeren opgesteld in samenwerking met de verschillende sectoren. Deze acht algemene beginselen werden gebruikt als basis om richtlijnen voor verschillende plantaardige sectoren op te stellen. De richtlijnen zijn een minimum om te voldoen aan IPM. Om na te gaan of de professionele gebruiker van gewasbeschermingsmiddelen voldoet aan de toepassing van de richtlijnen, werd een checklist opgesteld waarbij snel nagegaan kan worden of er voldoende inspanningen geleverd werden. Om de uniformiteit tussen de verschillende plantaardige sectoren te optimaliseren werden checklists opgesteld voor zes plantaardige sectoren: akkerbouw, ruwvoeder, groententeelt in openlucht en onder glas, fruitteelt en sierteelt. De praktijkgids samen met de katernen per sector en een richtlijnen checklist zijn hier terug te vinden:

De enige wijzigingen in de checklist 2024 komen voort uit wijzigingen die werden aangebracht in GLMC7 gewasrotatie op bouwland die onder de conditionaliteit vallen. De maatregelen rond gewasrotatie onder de conditionaliteit werden overgenomen in de IPM checklist omdat gewasrotatie de hoeksteen van IPM is. Aangezien in GLMC7 aanpassingen gebeurden aan de uitzonderingen voorzien voor de gewasrotatie op perceelsniveau (niveau 1 verplichting in 2025) werden deze overgenomen in de IPM checklist. 

Driftreductie is een belangrijk aspect om gewasbeschermingsmiddelen op de plaats te houden waar ze horen te zijn, namelijk op het veld en de teelt. Vanaf 2023 werd het verplicht om 75% driftreductie toe te passen in open lucht in Vlaanderen. Vanaf 2026 zal het verplicht zijn om 90% driftreductie toe te passen, dit kan via de keuze van een 90% driftreducerende dop of kan door het combineren van een driftreducerende dop met een driftreducerende techniek. Er was dus een dringende noodzaak om de lijst met driftreducerende doppen en technieken aan te passen en de beschikbaarheid van erkende doppen en technieken uit te breiden. Een werkgroep onder leiding van de Federale overheid samen met Vlaamse en Waalse onderzoekscentra en overheden werkten deze herziening uit. Deze werkgroep komt op geregelde basis samen en er wordt een regelmatige update van de lijst voorzien zodat deze steeds de nieuwste driftreducerende doppen en technieken bevatten. Er is ook een aanvraagprocedure voorzien waardoor producenten van driftreducerende doppen en technieken hun nieuwste producten kunnen laten evalueren op hun driftreducerende vermogen. Deze aanvraagprocedure is bereikbaar op Fytoweb.be via: home> gewasbescherming voor de industrie> raadpleeg een lijst van handleidingen gerelateerd aan gewasbescherming> evaluatie van nieuwe antidrift spuitmaterialen. 

Nieuwe doppen werden opgenomen in de lijst voor neerwaartse bespuitingen maar vooral ook een nieuw erkende techniek werd toegevoegd en er is ook een duidelijkere omschrijving van de technieken. Op die manier wordt het duidelijker waar de betreffende techniek moet aan voldoen om binnen de driftreductieklasse te vallen. Dit is het geval voor de afgeschermde spuitboom (50% DR), de sleepdoek (75%DR), luchtondersteuning (75% DR), rijen-of beddenspuit (75% DR) en spuit onder overkapping (90% DR). Nieuw toegevoegd is: de gereduceerde dopafstand en spuitboomhoogte (75% DR). De omschrijving van de technieken kan gevonden worden in deel 3 van de brochure richtlijnen IPM checklist 2024 (link zie hierboven). 

Download de katernen per sector:

Samen met de hele sector werd er een stappenplan uitgewerkt voor bijkomende maatregelen binnen het IPM-kader. In een eerste stap werden maatregelen opgenomen die de waterkwaliteit te goede moeten komen en de verspreiding van schadelijke onkruiden (knolcyperus, doornappel) moeten inperken. 

Veel van de voorziene maatregelen rond waterkwaliteit werden in 2023 opgenomen in de checklist en hebben een evolutief karakter. We denken hierbij aan nieuwigheden met betrekking tot het spuittoestel zoals: de schoonwatertank, het interne spoelsysteem, het gebruik van een niet met gewasbeschermingsmiddelen gecontamineerde aanzuigleiding met terugslagklep, het gebruiken van 75% driftreducerende doppen vanaf 2023 en vanaf 2026 het toepassen van een driftreductie bij bespuitingen in open lucht van 90%, waarbij minimaal 75% driftreductie wordt gerealiseerd op het spuittoestel zelf. Ook dient het spuittoestel op dagen dat het niet in gebruik is in een overdekte ruimte te staan (met uitzondering van de stationaire spuiten). 

Ondertussen wordt er ook verder gewerkt aan nieuwe bepalingen rond vul-en spoelplaatsen. De doelstelling is om tegen januari 2025 duidelijkheid te geven over wat de praktische aanleg van een vul-en spoelplaats inhoud en op welke termijn we dit dienen te realiseren op het bedrijf. Dit omdat puntvervuiling nog steeds één van de belangrijkste bronnen van vervuiling van water is en we handvaten willen bieden aan de land-en tuinbouwers om verder mee te werken aan het verbeteren van de waterkwaliteit om zo in een context van klimaatverandering mee zorg te dragen voor de drinkwatervoorziening in Vlaanderen. 

Lijst erkende controle-organismen

Vanaf 1 januari 2014 is de toepassing van IPM en de controle ervan verplicht. Elke professionele gebruiker van gewasbeschermingsmiddelen moet zich registreren bij een controle-orgaan en zich laten controleren op de toepassing van IPM. De controle-organen worden erkend door de minister bevoegd voor landbouw. Om erkend te worden moet het controle-orgaan beschikken over een geldige erkenning door het FAVV en beschikken over geschoold personeel in het kader van IPM. Concreet betekent dit dat de controle-organen of OCI’s die in het kader van de autocontrole van voedselveiligheid voor land- en tuinbouwers aangesloten bij Vega/Codiplan de certificering in het kader van de Vegaplanstandaard uitvoeren, tegelijkertijd de IPM controle kunnen doen. Dit betekent voor de aangesloten land- en tuinbouwers een minimale meerkost of meerwerk. Wie niet aangesloten is bij Vegaplan, moet zich afzonderlijk laten controleren en betaalt hier extra voor.

Het controle-orgaan rapporteert jaarlijks aan de Vlaamse overheid over de uitgevoerde controles. Elke land- of tuinbouwer wordt om de drie jaar gecontroleerd. Hieronder vindt u de lijst van de erkende controle-organen (OCI's).

Lijst van de erkende controle-organen (OCI's)

Carah asbl
Rue Paul Pastur 11 - 7800 Ath
Tel. 068 26 46 97
oci@carah.be - www.carah.be

Cdl Certif
route de Herve, 104  - 4651 Battice
Tel. 087 69 26 42
certification@comitedulait.be - www.comitedulait.be

Certalent vzw (*)
Willem de Croylaan, 48 - 3001 Heverlee
Tel. 016 31 09 22
certalent@bdb.be - www.bdb.be

CertiOne
Rue Rempache 13 - 5364 Hamois
GSM 0476 83 66 06
info@certione.be - www.certione.be

CKCert vzw (*)
Technologiepark 2/3 - 9052 Zwijnaarde
Tel. 09 330 10 20
info@ckcert.eu - www.ckcert.eu

FoodChain ID Certification NV
Rue Hayeneux 62 – 4040 Herstal
Tel. 04 240 75 00
certification.farming@foodchainid.comwww.foodchainid.com

SGS Belgium NV
Noorderlaan 87 - 2030 Antwerpen
Tel. 03 545 47 39
be.cts.acs@sgs.com - www.sgs.be

TÜV NORD (*)
Integra bvba
Statiestraat, 164 - 2600 Berchem
Tel. 033 287 37 60
info@tuv-nord-integra.com - www.tuv-nord-integra.com

Voor sierteelt zijn er slechts 3 controle-organen erkend voor controle van de IPM-eisen, aangeduid met een (*).

Oproep Waarnemingen en Waarschuwingen 2025-2027

Het Agentschap Landbouw en Zeevisserij lanceert een oproep voor de subsidiëring van een waarnemings- en waarschuwingsdienst voor de periode 2025 tot en met 2027. De maximale subsidie voor deze oproep bedraagt 900.000 euro en projectvoorstellen kunnen worden ingediend van 15 maart tot en met 15 juni 2024. 

Meer info vindt u via volgende documenten:

Met vragen kan u terecht bij info@lv.vlaanderen.be met verwijzing naar “Q2 sectoradvies Plant".

Erkende waarschuwingsdiensten

De Vlaamse overheid, het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, erkent en subsidieert een aantal wetenschappelijk onderbouwde waarschuwingsdiensten die door de erkende praktijkcentra beheerd worden. In het kader van IPM zijn deze zeer nuttig en onmisbaar. In de volgende teelten zijn waarschuwingsdiensten erkend

Projecten over gewasbescherming

Contact

Vragen over IPM-certificering? Of andere vragen over gewasbescherming?

Delen: