Eén landbouwer, twee locaties, hoe wordt het stikstofdecreet toegepast?

Op 22 februari 2024 werd het stikstofdecreet gepubliceerd in het staatsblad. Voor de verschillende diercategorieën zijn verschillende reductiedoelstellingen opgenomen en voor elk bedrijf wordt een PAS-referentie 2030 bepaald. Maar wat als het bedrijf wordt uitgebaat op twee locaties? 

In dit artikel overlopen we hoe de PAS-referentie 2030 bepaald wordt als er twee verschillende locaties zijn en hoe in dat geval de reductiedoelstellingen bepaald worden. 

Ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA)

De PAS-referentie 2030 wordt bepaald per exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) of eenvoudig gezegd per vergunning. Dus wanneer het bedrijf uitgebaat wordt op twee of meerdere locaties, zal per locatie een PAS-referentie 2030 berekend worden en zullen ook de doelstellingen per locatie bepaald worden op basis van de gemiddelde veebezetting van 2021 op diezelfde locatie. 

In onderstaande tabel wordt een voorbeeld gegeven van een gemengd rundveebedrijf dat uitgebaat wordt op 2 locaties.  

Locatie A

Dierenaantallen in 2021 

Emissie-factor (kg NH3/dier-plaats/jaar)  

Referentie-situatie 2021 (kg NH3/jaar)

Reductie-doelstelling 2030

Te realiseren reductie (kg NH3/jaar)  

PAS-referentie 2030 (kg NH3/jaar)

12 stuks vervangingsvee tot 2 jaar

4,4

52,8

25%

13,2

39,6

80 melkkoeien

13

1040

25%

260

780

40 runderen tot 2 jaar

4,4

176

5%

8,8

167,2

30 zoogkoeien

4,1

123

5% 

6,15

116,85

Totalen:

-

-

-

288,15

1103,65

Locatie B

Dierenaantallen in 2021 

Emissie-factor (kg NH3/dier-plaats/jaar)  

Referentie-situatie 2021 (kg NH3/jaar)

Reductie-doelstelling 2030

Te realiseren reductie (kg NH3/jaar)  

PAS-referentie 2030 (kg NH3/jaar)

50 stuks   vervangingsvee tot 2 jaar

4,4

220

25%

55

165

20 runderen tot 2 jaar

4,4

88

5%

4,4

83,6

60 zoogkoeien

4,1

246

5%

12,3

233,7

Totalen

-

-

-

71,7

482,3

Per locatie en per diercategorie op deze locatie worden de reductiedoelstellingen bepaald op basis van de gemiddelde veebezetting van 2021 die in de mestbankaangifte werd opgegeven. Hieruit volgend wordt de PAS-referentie 2030 bepaald en bedraagt deze in dit voorbeeld 1103,65 kg NH3/jaar voor locatie A en 482,3 kg NH3/jaar voor locatie B. 

Dit betekent ook dat de te realiseren reducties moeten gerealiseerd worden binnen deze locaties. Hogere reducties op locatie A kunnen niet gebruikt worden om de reductiedoelstellingen op locatie B te helpen realiseren. 

Extern salderen 

Emissierechten uitwisselen tussen verschillende locaties en bedrijven wordt ook wel extern salderen genoemd. 

Het extern salderen is opgenomen in het stikstofdecreet binnen het beoordelingskader voor ammoniak van veehouderijen en mestverwerkingsinstallaties. Het stikstofdecreet bepaalt dat een plan-MER en een passende beoordeling op Vlaams niveau worden opgemaakt. Er wordt ook onderzocht onder welke voorwaarden het extern salderen kan toegepast worden. Bij een gunstig resultaat van deze plan-MER en de passende beoordeling kan het extern salderen en bijhorende voorwaarden vanaf 1 januari 2025 in aanmerking worden genomen.

De studie die wordt uitgevoerd, omvat het extern salderen als techniek om de PAS-referentie 2030 te realiseren en als techniek om bijkomende ammoniakemissies vergunbaar te maken. 

Er werd een omzendbrief gepubliceerd waarin een afwegingskader is opgenomen voor het extern salderen bij nieuwe bedrijven en voor uitbreidingen van bestaande bedrijven. Hierin zijn een aantal voorwaarden opgenomen, zoals bijvoorbeeld een overnamebeperking van maximaal 1500 kg ammoniak. Daarnaast moeten de twee bedrijven op dezelfde habitats in dezelfde Speciale Beschermingszone (SBZ) impact hebben. 

Het extern salderen via uitbreiding zal pas mogelijk zijn wanneer kan aangetoond worden dat de gebiedsspecifieke neerwaartse depositietrend niet gehypothekeerd wordt. Dit zal voornamelijk afhankelijk zijn van de reeds weggewerkte overschrijding van de kritische depositiewaarde (KDW) in de regio. Om na te gaan of de gebiedsspecifieke neerwaartse depositietrend niet gehypothekeerd wordt, zal een tool ontwikkeld worden die deze toetsing kan uitvoeren. 

Tot slot

Voor bedrijven die actief zijn op twee locaties betekent dat op elke locatie een PAS-referentie 2030 wordt bepaald en dat op elke locatie de reducties moeten gerealiseerd worden. Het uitwisselen van emissies tussen bedrijven wordt als extern salderen beschouwd en hiervoor moeten de resultaten van het onderzoek afgewacht worden alvorens dit vanaf 1 januari 2025 mogelijk kan toegepast worden. 

Meer informatie

Delen: