Hoe ammoniakemissie reduceren op rundveebedrijven?

Op 22 februari 2024 werd het stikstofdecreet gepubliceerd in het staatsblad. Voor elk rundveebedrijf werden reductiedoelstellingen vooropgesteld (zie eerder verschenen artikels). Het stikstofdecreet bepaalt dat de doelstellingen kunnen gerealiseerd worden door het verminderen van het aantal dieren, door een ammoniakemissiereducerende maatregel of door een combinatie van beide. 

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de ammoniakemissiereducerende maatregelen die bij melkvee ingezet kunnen worden om de beoogde reductiedoelstellingen te realiseren. 

Wat is een ammoniakemissiereducerende maatregel?

Naast het stikstofdecreet werd op 19 april 2024 door de Vlaamse Regering een decreet ammoniakemissiereducerende maatregelen goedgekeurd. Dit decreet bevat enerzijds de lijst van ammoniakemissiearme stallen (AEA-lijst) en anderzijds de PAS-lijst met maatregelen voor rundvee en managementmaatregelen voor de varkens- en pluimveesector. Dit heeft voor gevolg dat enkel maatregelen uit dit nieuwe decreet kunnen ingezet worden om de reductiedoelstellingen te realiseren. Deze lijst van ammoniakemissiereducerende maatregelen (AER-lijst) is een dynamische lijst en kan aangevuld worden met nieuwe technieken en maatregelen na een administratieve en wetenschappelijke beoordeling.

De maatregelen zelf bestaan uit stal- en bedrijfsmanagementtechnieken of uit de combinatie van verschillende maatregelen. Elke maatregel is beschreven in een systeembeschrijving of maatregelenfiche. De voorwaarden die in deze fiche zijn opgenomen, moeten gedurende de hele duur van de vergunning toegepast worden. De voorwaarden hebben betrekking op de uitvoering van de techniek of maatregel, maar ook op de registraties en het bijhouden van gegevens. 

Melkvee

Voor melkvee zijn er 27 maatregelen waaronder beweiden, het frequent schuiven van de vloer met een mestschuif of mestrobot al dan niet in combinatie met het gebruik van water, verschillende vloersystemen en de toepassing van een luchtwasser op een melkveestal. 

Beweiden in groep: Afhankelijk van het aantal uren en de uitvoering van de vloer wordt een reductiepercentage toegekend. Bij een beweiding van 700 uren wordt een logboek gebruikt om de weide-uren aan te tonen. Vanaf 1400 uren moeten de gegevens digitaal geregistreerd worden. Belangrijk hierbij te vermelden is dat er tijdens het beweiden geen dieren in het deel van de stal waarvoor de maatregel van toepassing is, mogen aanwezig zijn. Deze maatregel kan ook toegepast worden voor vaarzen of jongvee. 

Mestschuif/mestrobot: 6 keer per dag de mestschuif of de mestrobot laten schuiven over de dichte vloer of roostervloer levert een reductie van 10% op. 10 keer schuiven levert een reductie van 15% op. Het schuiven kan gecombineerd worden met het sproeien van 3 liter regenwater per m² per dag, maar er moet bekeken worden op het bedrijf of de nodige water- en mestopslag voor deze maatregel haalbaar is. 

Vloersystemen: Er zijn verschillende vloersystemen opgenomen in de lijst met telkens een verschillende uitvoering, werking en reductiepercentage. Dit kan gaan van roostervloeren met klepsystemen, tot geperforeerde vloeren met onderliggende gier- of mestkelders en dichte vloeren met gierafvoergoten. 

Luchtwasser: Voor stallen vanaf 120 melkkoeien is de toepassing van een chemische luchtwasser in een natuurlijk geventileerde stal opgenomen. Hoewel minder praktisch toepasbaar is ook een chemische luchtwasser of biologische luchtwasser op een mechanisch geventileerde stal een ammoniakemissiereducerende maatregel. 

Ammoniakemissiereducerende maatregelen melkvee Reducties
Beweiding in uren 700 uren (-5% roostervloer/-7% dichte vloer) tot max. 2800 uren (-20% roostervloer/26% dichte vloer)

Mestschuif/mestrobot 

 

6 keer per dag (-10%) en 10 keer per dag (-15%)

In combinatie met gebruik van water (bijkomend 5% reductie) 

Vloersystemen 20-25-30%
Luchtwasser  45%

Jongvee en vleesvee

Voor jongvee en alle vleesveecategorieën is er de maatregel ‘Beweiding in combinatie met leegstand’. Gedurende een aaneengesloten periode van een 100, 125, 150, 175 of 200 dagen blijven de dieren 24 uur op 24 buiten op de weide. Hiervoor wordt dan respectievelijk 15, 20, 30, 40 of 45% reductie toegekend. In stallen met een roostervloer moeten de kelders worden leeggemaakt om de emissies in de stal te beperken. Ingestrooide stallen hoeven niet te worden uitgemest, omdat de emissie volgens metingen stilvalt wanneer er geen dieren meer aanwezig zijn. 

Mestkalveren 

Voor de diercategorie vleeskalveren tot 8 maanden is slechts één maatregel opgenomen in de AER-lijst, namelijk een chemisch luchtwassysteem op een mechanisch geventileerde stal met een reductie van 70%. Voor de eisen en uitvoering van deze maatregel wordt ook verwezen naar de systeembeschrijving van de chemische luchtwassysteem die in de AEA-lijst is opgenomen. 

Praktische haalbaarheid

Elke rundveehouder zal moeten nagaan welke maatregelen haalbaar zijn binnen de bedrijfsvoering. Het is niet noodzakelijk om bijvoorbeeld alle vergunde melkkoeien of alle vergunde zoogkoeien in een beweidingsmaatregel op te nemen. Dit is praktisch ook niet uitvoerbaar. Hou zeker rekening met een aandeel dieren die op stal blijven omwille van behandelingen, kalvingen, ziekte of andere redenen. Er is tevens ook de mogelijkheid om een maatregel te beperken tot een stalafdeling. Belangrijk is dan wel dat het goed wordt aangeduid op het plan van de vergunningsaanvraag waar de maatregel wordt toegepast. 

Meer informatie

Delen: