Op 22 februari 2024 werd het stikstofdecreet gepubliceerd. In het stikstofdecreet zijn de reductiedoelstellingen voor de varkens-, pluimvee en rundveesector opgenomen. Daarnaast is ook een vrijstellingsregeling uitgewerkt, waardoor landbouwers een vrijstelling op de generieke reductiedoelstellingen kunnen krijgen. We gaan in dit artikel dieper in op welke bedrijven deze vrijstelling kunnen aanvragen.
Vooreerst is het belangrijk te vermelden dat enkel bedrijven met varkens, pluimvee of rundvee een eventuele vrijstelling kunnen aanvragen van de generieke maatregelen, omdat enkel voor deze bedrijven een PAS-referentie 2030 bepaald wordt.
Er zijn in het decreet drie mogelijke situaties of gevallen opgenomen.
1. 500 kg ammoniakemissie én impactscore ≤ 0,025%
Kleinschalige bedrijven die een maximale jaaremissie hebben van 500 kg ammoniak én een impactscore hebben die lager of gelijk is aan 0,025%, krijgen een vrijstelling op de generieke reductiedoelstellingen.
Volgens het beoordelingskader van ammoniak kunnen bedrijven met een impactscore lager dan 0,025% uitbreiden tot een impactscore van 0,025%, ongeacht de hoeveelheid ammoniak. Dit zou betekenen dat bedrijven met maximaal 500 kg ammoniakemissie en een impactscore lager dan 0,025% geen vrijstelling moeten aanvragen, aangezien ze toch een gunstige passende beoordeling kunnen bekomen bij een vergunningsaanvraag.
Echter willen we erop wijzen dat de impactscoretool jaarlijks zal worden aangepast met de laatst beschikbare kaartgegevens en data. Dit betekent dat de impactscore verschillend kan zijn naargelang het moment van berekenen. Het is het moment van de vergunningsaanvraag dat bepalend zal zijn voor de bepaling van de impactscore. Met dit gegeven in het achterhoofd kan het mogelijk toch interessant zijn om een aanvraag voor de vrijstelling in te dienen.
2. Biologische bedrijven met een impactscore ≤ 1 %
Biologische bedrijven met een impactscore lager of gelijk aan 1% kunnen een vrijstelling aanvragen voor de generieke reductiedoelstellingen. Er is weliswaar wel opgenomen dat ook biologische bedrijven maatregelen zullen moeten nemen die verenigbaar zijn met het lastenboek bio. Verdere regels over de toepasbaarheid en verenigbaarheid van maatregelen en de termijn van de uitvoering moeten nog uitgewerkt worden in een uitvoeringsbesluit.
De impactscore van 1% is een grenswaarde voor biologische bedrijven in het kader van deze vrijstellingsregeling en geen drempelwaarde waarbinnen uitbreidingen zouden zijn toegestaan. De drempelwaarde die in het beoordelingskader voor ammoniak wordt toegepast, ligt op 0,025% en is ook van toepassing op bedrijven die een vrijstelling hebben gekregen.
3. Diercategorieën zonder ammoniakemissiereducerende maatregelen
Binnen de diercategorieën varkens, pluimvee en runderen zijn er diercategorieën waar nog geen ammoniakemissiereducerende maatregelen ter beschikking zijn. In de memorie van toelichting bij het stikstofdecreet worden de voorbeelden van kalkoenen, fokberen en rosékalveren gegeven. Pas wanneer de verschillende diercategorieën in een lijst zijn opgenomen, zal een vrijstelling voor deze diercategorieën kunnen aangevraagd worden.
Vrijstelling: PAS-referentie 2030 = Referentiesituatie 2021
De berekeningen in het kader van de vrijstellingsregelingen zijn ook gebaseerd op de referentiesituatie 2021. De berekening van de referentiesituatie heeft de gemiddelde dierbezetting van 2021 uit de mestbankaangifte als basis, eventueel vermeerderd met een leegstandspercentage en vermenigvuldigd met de emissiefactor in functie van het toegepaste stalsysteem. De leegstandspercentages en de emissiefactoren zijn opgenomen in bijlage 1 van het stikstofdecreet.
Wanneer een vrijstelling van de generieke reductiemaatregelen wordt verkregen, dan betekent dit dat de PAS-referentie 2030 gelijkgesteld wordt met de referentiesituatie 2021.
Dit is vooral van belang bij de beoordeling van een vergunningsaanvraag en voor de beoordeling van de eventuele passende beoordeling. Hier komen we uitgebreid op terug in een volgend artikel.
Wanneer en hoe de vrijstelling aanvragen
Wanneer een landbouwer in aanmerking komt voor een vrijstelling van de generieke reductiemaatregelen, dan zal een aangifte moeten ingediend worden bij de vergunningverlenende overheid. Voor bedrijven met rundvee moet deze aanvraag gebeuren vóór 31 maart 2025 en voor varkens- en pluimveebedrijven vóór 30 september 2029. De aanvraag zal de nodige gegevens moeten bevatten, zoals een impactscoreberekening en de huidige vergunningstoestand. Binnen de 60 dagen na de aangifte zal een beslissing worden genomen.
De nodige formulieren en nadere gegevens over de aanvraag en de procedure zullen nog uitgewerkt worden.
Meer informatie
- Voor algemene informatie rond het stikstofdecreet kunt u ook terecht op de website van het Departement Omgeving. Vragen stuurt u naar stikstof@vlaanderen.be
- Het agentschap organiseerde in het voorjaar 2024 webinars specifiek voor de sectoren. De opnames zijn te vinden op het YouTube kanaal van het agentschap: Toepassing stikstofdecreet - YouTube